Hormonale factoren: Sommige hormonen, zoals leptine en ghreline, spelen een rol bij het reguleren van honger en verzadiging. Onevenwichtigheden in deze hormonen kunnen leiden tot obesitas.
Metabolisme: De snelheid waarmee het lichaam calorieën verbrandt (metabolisme) kan het gewicht beïnvloeden. Mensen met een tragere stofwisseling hebben een grotere kans om aan te komen dan mensen met een snellere stofwisseling.
Leeftijd: Het risico op obesitas neemt toe met de leeftijd. Dit komt door een aantal factoren, waaronder een verminderd metabolisme, hormonale veranderingen en veranderingen in levensstijl.
Seks: Mannen hebben vaker overgewicht dan vrouwen. Dit komt door een combinatie van factoren, waaronder genetica, hormonen en levensstijl.
Ras en etniciteit: Sommige rassen en etnische groepen hebben een grotere kans op obesitas dan andere. Dit komt door een combinatie van factoren, waaronder genetica, cultuur en sociaal-economische status.
Medische aandoeningen: Bepaalde medische aandoeningen, zoals hypothyreoïdie, het syndroom van Cushing en het Prader-Willi-syndroom, kunnen tot obesitas leiden.
Medicijnen: Sommige medicijnen, zoals corticosteroïden en antidepressiva, kunnen gewichtstoename veroorzaken.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win