Gezondheid en ziekte gezondheid logo
zwaarlijvigheid

Hoe kun je een BMI met ondergewicht hebben, maar een bovengemiddeld lichaamsvetpercentage?

Het is mogelijk om een ​​BMI met ondergewicht te hebben, maar een bovengemiddeld lichaamsvetpercentage, vanwege verschillende factoren:

1. Spiermassa: Personen die regelmatig weerstandstraining volgen of van nature een hoge spiermassa hebben, kunnen een lager lichaamsgewicht hebben vergeleken met hun lichaamsvetpercentage. Spieren wegen meer dan vet, dus iemand met een hogere spiermassa kan een lagere BMI hebben, zelfs als het lichaamsvetpercentage hoger is.

2. Lichaamssamenstelling: BMI is een eenvoudige berekening die rekening houdt met lengte en gewicht, maar geen onderscheid maakt tussen spiermassa en lichaamsvet. Een persoon met een lager gewicht maar een hoger lichaamsvetpercentage kan een minder gespierde lichaamssamenstelling hebben vergeleken met iemand met een vergelijkbare BMI maar een lager lichaamsvetpercentage.

3. Leeftijd en geslacht: Naarmate mensen ouder worden, hebben ze de neiging spiermassa te verliezen en lichaamsvet aan te komen. Deze verschuiving in de lichaamssamenstelling kan leiden tot een lagere BMI maar een hoger percentage lichaamsvet. Bovendien hebben mannen doorgaans een hogere spiermassa en een lager lichaamsvetpercentage dan vrouwen, waardoor ze mogelijk een BMI met ondergewicht hebben, maar nog steeds een bovengemiddeld lichaamsvetpercentage hebben.

4. Gezondheidsomstandigheden: Bepaalde medische aandoeningen, zoals bepaalde genetische aandoeningen, hormonale onevenwichtigheden en chronische ziekten, kunnen de lichaamssamenstelling beïnvloeden en leiden tot een discrepantie tussen de BMI en het lichaamsvetpercentage.

Het is belangrijk op te merken dat de BMI slechts één maatstaf is voor de algehele gezondheid, en dat deze moet worden overwogen in combinatie met andere factoren, zoals het percentage lichaamsvet, spiermassa, tailleomtrek en algemene levensstijlgewoonten.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win