De ziekte van Polaris of de anomalie van het Polar-orbiting Operational Meteorological Satellite System (POMSS) is een probleem dat TIROS-N en daaropvolgende generaties weersatellieten van de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) heeft getroffen toen ze in een baan om de polen van de aarde draaiden.

Het probleem werd voor het eerst onthuld in 1978 met NOAA 6 tijdens de testfase na de lancering. Terwijl het ruimtevaartuig boven Noord-Canada cirkelde, stopte de scannende radiometer met draaien en kwam vast te zitten. De radiometer bleef de rest van de missie in deze vergrendelde toestand staan, waardoor meteorologische gegevens van dit instrument niet beschikbaar waren.

De oorzaak van het probleem werd uiteindelijk teruggevoerd op de montagering van de radiometer. Tijdens orbitale operaties zorgde de door de radiometer gegenereerde hitte ervoor dat de montagering uitzet, waardoor de lagers vast kwamen te zitten en de rotatie werd gestopt. Toen het probleem eenmaal was geïdentificeerd, werd het ontwerp aangepast zodat de radiometer vrij kon draaien, ongeacht temperatuurveranderingen.

De ziekte van Polaris werd op geen enkele volgende NOAA-satellieten opnieuw waargenomen.