De gekkekoeienziekte, ook bekend als boviene spongiforme encefalopathie (BSE), is een dodelijke neurodegeneratieve aandoening die vee treft. De ziekte wordt veroorzaakt door een prion, een soort infectieus eiwit dat bestand is tegen hitte, straling en proteolytische enzymen. BSE werd voor het eerst vastgesteld in 1986 in Groot-Brittannië en is sindsdien gemeld in meer dan twintig landen in Europa, Noord-Amerika, Azië en Afrika.

Het merendeel van de BSE-gevallen is gemeld in Europa, waar de ziekte vermoedelijk zijn oorsprong heeft. Groot-Brittannië is het zwaarst getroffen land, met meer dan 180.000 gemelde gevallen van BSE. Andere Europese landen die gevallen van BSE hebben gemeld, zijn onder meer Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en Zwitserland.

BSE is een ernstige ziekte die verwoestende gevolgen kan hebben voor de veehouderij. Naast de economische verliezen veroorzaakt door de dood van besmette dieren, kan BSE ook leiden tot handelsbeperkingen en angst bij de consument. Als gevolg hiervan zijn er in Europa strenge controles van kracht om de verspreiding van BSE te voorkomen. Deze controles omvatten:

* Een verbod op het vervoederen van dierlijke eiwitten aan vee

* Het verwijderen van gespecificeerd risicomateriaal (SRM's) uit runderkarkassen

* Het testen van al het vee ouder dan 30 maanden op BSE

Dankzij deze controles is de incidentie van BSE in Europa de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald. De ziekte vormt echter nog steeds een bedreiging en het is belangrijk om waakzaam te blijven om de verspreiding ervan te voorkomen.