1. Diefstal en inbraak:
Diefstal was een veel voorkomende misdaad in het Victoriaanse Engeland vanwege armoede en economische ongelijkheid. De overvallen varieerden van kleine diefstallen tot georganiseerde inbraken in huizen, winkels en bedrijven.
2. Zakkenrollen:
Met drukke stedelijke omgevingen en drukke markten floreerden zakkenrollers in het Victoriaanse tijdperk. Ze stalen op sluwe wijze persoonlijke bezittingen, zoals portemonnees, horloges en zakdoeken, van nietsvermoedende slachtoffers in de openbare ruimte.
3. Snelwegoverval:
Door paarden getrokken koetsen en lange stukken plattelandswegen maakten reizigers vatbaar voor roofovervallen. Gewapende struikrovers zouden reizigers in een hinderlaag lokken en beroven, soms postkoetsen aanvallen en waardevolle spullen meenemen.
4. Vervalsing:
Financiële fraude was wijdverbreid tijdens het Victoriaanse tijdperk. Het vervalsen van bankbiljetten en documenten was een ernstig misdrijf, omdat het het vertrouwen in het valuta- en financiële systeem ondermijnde.
5. Muntknippen:
Deze misdaad, ook bekend als 'zweten', omvatte het scheren van de randen van munten om kleine hoeveelheden waardevolle metalen zoals goud en zilver te extraheren. Afgeknipte munten werden vervolgens als echt aangenomen, wat leidde tot financiële misleiding en verlies.
6. Omkoping en corruptie:
Corruptie was wijdverbreid in de Victoriaanse samenleving, met gevallen waarin ambtenaren, rechters en overheidspersoneel werden omgekocht om beslissingen te beïnvloeden of een voorkeursbehandeling te krijgen.
7. Fraude:
Frauduleuze praktijken, waaronder valse reclame, Ponzi-fraude en investeringsfraude, waren wijdverbreid. Gewetenloze individuen maakten misbruik van goedgelovige investeerders en individuen die op zoek waren naar financieel gewin.
8. Gewelddadige misdaad:
Ernstige geweldsmisdrijven zoals moord, mishandeling en doodslag vonden plaats in het Victoriaanse Engeland. Bendegeweld en georganiseerde misdaad kwamen ook voor in de stedelijke centra.
9. Seksuele misdrijven:
Verkrachting, aanranding van de eerbaarheid en seksuele intimidatie kwamen vaak voor, maar de maatschappelijke houding tegenover deze misdaden was vaak afwijzend of beschuldigend van het slachtoffer.
10. Verduistering:
Werknemers en individuen in vertrouwensposities verduisterden soms geld of bezittingen van hun werkgevers of klanten, waarbij ze geld of middelen verduisterden voor persoonlijk gewin.
11. Smokkel:
Illegale invoer van goederen om het betalen van douanerechten te ontwijken was een gangbare praktijk tijdens het Victoriaanse tijdperk. Bij smokkel ging het om het binnenbrengen van smokkelwaar, zoals tabak, alcohol en luxeartikelen.
12. Chartisme en industriële onrust:
De chartistische beweging, die pleitte voor politieke en sociale hervormingen, leidde soms tot rellen, demonstraties en burgerlijke onrust omdat arbeiders betere rechten en arbeidsomstandigheden eisten.
13. Misbruik van kinderarbeid:
In het Victoriaanse Engeland was er sprake van harde en uitbuitende tewerkstelling van kinderen, waarbij kinderen werden blootgesteld aan gevaarlijke werkomstandigheden en lange werktijden. Dit werd vaak als een misdrijf beschouwd als het kind daardoor schade berokkende.
14. Prostitutie:
Prostitutie was zowel illegaal als wijdverbreid tijdens het Victoriaanse tijdperk, waarbij veel vrouwen vanwege economische tegenslagen tot de seksindustrie werden gedwongen. Sommige bordelen waren openlijk actief, terwijl andere voor het publiek verborgen waren.
15. Dierenmishandeling:
Wreedheden jegens dieren werden in het Victoriaanse tijdperk serieuzer genomen, met wetgeving zoals de Cruelty to Animals Act van 1835. Dierengevechten, zoals hondengevechten en hanengevechten, bleven echter nog steeds bestaan.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win