Tijdens de pestperiode werden verschillende methoden gebruikt om de ziekte te voorkomen en te genezen. Hier zijn enkele veelvoorkomende praktijken:

Isolatie: Mensen die besmet waren of vermoedelijk besmet waren met de pest, werden geïsoleerd om de verspreiding van de ziekte te voorkomen.

Quarantaine: Steden en regio's die door de pest werden getroffen, legden vaak quarantaines op, waardoor reizen en verplaatsingen werden beperkt om de uitbraak in te dammen.

Kruiden en specerijen: Van sommige kruiden en specerijen, zoals knoflook, kaneel en kruidnagel, werd aangenomen dat ze geneeskrachtige eigenschappen hadden en werden gebruikt om de pest af te weren.

Aderlating: Dit was een gangbare medische praktijk tijdens de Middeleeuwen en werd ook gebruikt om de pest te behandelen. Bij aderlaten werd bloed uit het lichaam afgenomen, in de overtuiging dat het gifstoffen zou verwijderen en het evenwicht zou herstellen.

Astrologie en religie: Veel mensen wendden zich tijdens de pest tot astrologie en religie voor antwoorden. Sommigen geloofden dat de uitlijning van de sterren of goddelijke tussenkomst de ziekte kon veroorzaken of genezen.

Amuletten en talismannen: Mensen droegen vaak amuletten of talismannen, in de overtuiging dat deze bescherming zouden bieden tegen de pest.

Sanitaire voorzieningen: Sommige gemeenschappen hebben verbeterde sanitaire maatregelen geïmplementeerd, zoals het schoonmaken van straten en het verwijderen van afval, om het risico op infectie te verminderen.

Dieroffers: In sommige culturen werden dieren geofferd in de hoop de goden gunstig te stemmen en de plaag te voorkomen of te beëindigen.

Het is belangrijk op te merken dat de meeste van deze praktijken niet gebaseerd waren op wetenschappelijke kennis en de pest niet effectief konden behandelen of voorkomen. Het gebrek aan inzicht in de oorzaak en overdracht van de ziekte leidde tot ineffectieve en vaak schadelijke geneesmethoden.