Hier zijn enkele zinnen met het woord "verband":

- Ik heb een verband nodig voor mijn afgesneden vinger.

- Ze heeft de wond stevig verbonden.

- We gebruikten een schone doek als verband om het bloeden te stoppen.

- De verpleegkundige bracht een verband aan op het been van de patiënt.

- De dokter gebruikte een verband om het gebroken bot op zijn plaats te houden.

- Hij had een groot verband om zijn hoofd gewikkeld.

- De soldaten kregen EHBO-koffers inclusief verband.

- Het verband zat te strak en moest losgemaakt worden.

- Ze verwijderde voorzichtig het verband van haar arm.

- Het verband zat onder het bloed en moest vervangen worden.