1. Eerste contactpersoon: Het virus komt meestal het lichaam binnen via de luchtwegen wanneer een geïnfecteerde persoon hoest of niest, waarbij virushoudende druppels vrijkomen. Direct contact met de waterpokkenuitslag of vocht uit de blaren kan het virus ook overbrengen.
2. Incubatieperiode: Na de eerste blootstelling is er een incubatieperiode van ongeveer 10-21 dagen. Gedurende deze tijd vermenigvuldigt het virus zich in de luchtwegen en lokale lymfeklieren.
3. Replicatie en verspreiding: Het virus verspreidt zich via de bloedbaan vanuit de luchtwegen naar verschillende delen van het lichaam. Terwijl het virus zich vermenigvuldigt, infecteert het de huidcellen, wat leidt tot de karakteristieke uitslag.
4. Waterpokkenuitslag: De uitslag begint als kleine, jeukende, rode bultjes op de borst, rug en gezicht. Binnen een paar dagen veranderen deze bultjes in met vocht gevulde blaren die zich verspreiden naar andere delen van het lichaam, inclusief de hoofdhuid, ledematen en slijmvliezen.
5. Koorts en andere symptomen: Naast de uitslag kunnen mensen met waterpokken last krijgen van koorts, hoofdpijn, spierpijn, verlies van eetlust en vermoeidheid.
6. Blaarkorstvorming: Na enkele dagen beginnen de blaren te korsten en uiteindelijk drogen ze op. Het kan ongeveer 1-2 weken duren voordat de uitslag volledig verdwijnt.
7. Immuniteit: Als iemand eenmaal waterpokken heeft gehad, ontwikkelt hij gewoonlijk levenslange immuniteit tegen het virus. Het virus kan echter sluimerend in de zenuwcellen blijven en later in het leven opnieuw activeren, waardoor een aandoening ontstaat die gordelroos (herpes zoster) wordt genoemd.
Het is vermeldenswaard dat het tijdsverloop en de ernst van waterpokken van persoon tot persoon kunnen variëren, en dat sommige personen ernstigere symptomen of complicaties kunnen ervaren, vooral degenen met een aangetast immuunsysteem.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win