Het virus dat direct schade aan weefsel veroorzaakt, is het cytopathische virus. Cytopathische virussen zijn in staat de gastheercel binnen te dringen en zich te vermenigvuldigen, waardoor schade aan de celstructuur en -functie wordt veroorzaakt. Sommige cytopathische virussen vernietigen gastheercellen, wat leidt tot celdood, terwijl andere abnormale veranderingen in celvorm, grootte en functie veroorzaken. Voorbeelden van cytopathische virussen zijn het influenzavirus, het mazelenvirus en het rabiësvirus.