De meest gevoelige fase tijdens de zwangerschap voor schade door virussen is de embryonale periode.

Deze periode begint met de implantatie van de bevruchte eicel in de baarmoederwand en duurt tot ongeveer week acht van de zwangerschap. Gedurende deze tijd vormen de organen van het embryo zich en is het het meest vatbaar voor schade door teratogenen, zoals virussen.

Virussen kunnen de placenta passeren en het embryo infecteren, waardoor een verscheidenheid aan geboorteafwijkingen ontstaat. Enkele van de meest voorkomende virale infecties die geboorteafwijkingen kunnen veroorzaken, zijn rubella, cytomegalovirus (CMV) en herpes simplex-virus (HSV).

Rubella is een bijzonder ernstige infectie omdat deze een aandoening kan veroorzaken die bekend staat als het congenitaal rubella-syndroom (CRS). CRS kan een verscheidenheid aan geboorteafwijkingen veroorzaken, waaronder hartproblemen, oogproblemen, gehoorverlies en verstandelijke beperkingen.

CMV is een ander veel voorkomend virus dat geboorteafwijkingen kan veroorzaken. CMV-infectie kan een verscheidenheid aan problemen veroorzaken, waaronder gehoorverlies, problemen met het gezichtsvermogen en ontwikkelingsachterstanden.

HSV is een type herpesvirus dat genitale herpes kan veroorzaken. Een HSV-infectie tijdens de zwangerschap kan vroeggeboorte, een laag geboortegewicht en andere problemen veroorzaken.

Er is geen remedie voor virale infecties tijdens de zwangerschap, maar sommige ervan kunnen met vaccins worden voorkomen. Rubellavaccin wordt aanbevolen voor alle vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Het CMV-vaccin is momenteel niet beschikbaar, maar er wordt onderzoek gedaan om er een te ontwikkelen. Het HSV-vaccin wordt niet aanbevolen voor zwangere vrouwen, maar kan wel worden gegeven aan vrouwen die van plan zijn zwanger te worden.