Het Epstein-Barr-virus (EBV), dat infectieuze mononucleosis veroorzaakt, heeft een complexe levenscyclus die twee verschillende fasen omvat:de lytische cyclus en de latente cyclus.
1. Lytische cyclus (productieve infectie):
a) Bijlage en vermelding: EBV-virionen hechten zich aan specifieke receptoren op het oppervlak van gevoelige B-lymfocyten of epitheelcellen.
b) Penetratie: De virionen komen de gastheercel binnen via fusie met het celmembraan, waardoor het virale genoom vrijkomt in het cytoplasma.
c) Replicatie: Het virale DNA komt de kern binnen en begint te repliceren met behulp van de machines van de gastheercel. Virale eiwitten worden gesynthetiseerd, inclusief structurele componenten van nieuwe virionen.
d) Montage: Nieuwe virusdeeltjes worden in de kern verzameld en krijgen een envelop van het binnenste kernmembraan.
e) Vrijgave: De volwassen virionen worden uit de gastheercel vrijgegeven door van het celoppervlak te ontluiken. Dit kan leiden tot de vernietiging van de gastheercel.
2. Latente cyclus (niet-productieve infectie):
a) Latentiebepaling: Na de initiële lytische infectie kunnen sommige B-lymfocyten een latente infectie veroorzaken. Het virale genoom wordt in stand gehouden als een niet-replicerend episoom (circulair DNA) in de kern van de B-cel.
b) Reactivering: Onder bepaalde omstandigheden, zoals immunosuppressie, kan het latente virus worden gereactiveerd, wat leidt tot de hervatting van de lytische cyclus en de productie van nieuwe infectieuze virionen.
c) Virale persistentie: Door de latente fase kan EBV gedurende een langere periode, mogelijk levenslang, in de gastheer blijven bestaan. Een latente infectie wordt in verband gebracht met de ontwikkeling van bepaalde lymfoproliferatieve aandoeningen en maligniteiten.
De lytische en latente cycli van EBV stellen het virus in staat langdurige infecties te veroorzaken en de overleving en overdracht ervan binnen de menselijke bevolking te garanderen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win