Gezondheid en ziekte gezondheid logo
virussen

Wat doet het virus als het eenmaal in je lichaam zit?

Eenmaal in het lichaam van de gastheer gebruiken virussen geavanceerde mechanismen om cellen te infecteren, hun machines te kapen en zich te vermenigvuldigen. Hier is een algemeen overzicht van wat er gebeurt zodra een virus het lichaam binnendringt:

1. Invoer: De toegangsroute varieert tussen verschillende virussen. Ademhalingsvirussen, zoals griep of verkoudheid, komen binnen via de neus of mond, terwijl andere, zoals HIV, via lichaamsvloeistoffen of beschadigde weefsels kunnen binnendringen.

2. Bijlage: Het virus hecht zich aan specifieke receptoren op het oppervlak van gevoelige gastheercellen. Deze receptoren kunnen worden aangetroffen op verschillende weefsels, waaronder ademhalingscellen, immuuncellen of levercellen, afhankelijk van het tropisme van het virus.

3. Binnenkomst in de gastcel: Eenmaal gehecht, gebruikt het virus verschillende mechanismen om de cel binnen te dringen. Sommige virussen, zoals griep, komen binnen door te fuseren met het celmembraan. Anderen, zoals HIV, gebruiken endocytose, een proces waarbij het celmembraan het virus overspoelt.

4. Replicatie: In de gastheercel ontmantelt het virus en geeft zijn genoom, DNA of RNA, vrij. Het virus neemt vervolgens de controle over de machinerie van de cel over om nieuwe virale componenten te synthetiseren. Met behulp van de ribosomen en andere cellulaire hulpbronnen van de gastheercel produceert het virus meerdere kopieën van zijn genetisch materiaal en eiwitten.

5. Montage: Zodra voldoende virale componenten zijn gesynthetiseerd, begint het virus nieuwe virusdeeltjes te assembleren. Elk viraal deeltje bestaat uit het virale genoom verpakt in een eiwitmantel, bekend als de capside. Sommige virussen hebben ook een buitenlaag, de envelop genaamd, die extra eiwitten en lipiden bevat.

6. Vrijgave uit de gastheercel: De nieuw samengestelde virusdeeltjes moeten uit de gastheercel worden vrijgelaten om andere cellen te infecteren of naar een nieuwe gastheer te worden overgedragen. Verschillende virussen gebruiken verschillende strategieën voor vrijgave. Sommige, zoals griep, zorgen ervoor dat de gastheercel scheurt (lysis) wanneer ze vrijkomen. Anderen, zoals HIV, verlaten de gastheercel zonder deze volledig te vernietigen (ontluiken).

7. Verspreiding: De nieuw vrijgekomen virussen kunnen vervolgens naburige gevoelige gastheercellen infecteren, waardoor de infectiecyclus wordt herhaald. Sommige virussen kunnen zich ook via de bloedsomloop of het lymfestelsel verspreiden en verschillende organen en weefsels bereiken.

Het is belangrijk op te merken dat de specifieke details en mechanismen van virale infecties aanzienlijk kunnen variëren tussen verschillende soorten virussen. Bovendien speelt de immuunrespons van de gastheer een cruciale rol bij de bestrijding van virale infecties, en hangt de uitkomst van een infectie af van de dynamische wisselwerking tussen het virus en het immuunsysteem.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win