Dierenreservoir:Er wordt aangenomen dat het natuurlijke reservoir van het Ebola-virus fruitvleermuizen zijn. Deze vleermuizen kunnen het virus bij zich dragen zonder symptomen te vertonen. Onderzoekers denken dat de uitbraak mogelijk is begonnen toen een geïnfecteerde vleermuis in contact kwam met mensen in Guinee.
Ontbossing:De vernietiging van bossen in West-Afrika heeft de natuurlijke habitat van vleermuizen verstoord, waardoor hun contact met mensen mogelijk is toegenomen.
Jacht en consumptie van bushmeat:Het is mogelijk dat de uitbraak begon toen iemand in contact kwam met een besmet dier tijdens het jagen of slachten van wildvlees (bekend als bushmeat). Er zijn aanwijzingen dat de uitbraak mogelijk afkomstig is uit een dorp in Guinee, waar bekend was dat mensen op vleermuizen jaagden.
Gebrek aan bewustzijn en voorzorgsmaatregelen:In de beginfase van de uitbraak was er beperkte kennis over het virus en de manier waarop het zich verspreidde. Dit leidde tot ontoereikende voorzorgsmaatregelen en praktijken, wat bijdroeg aan de snelle overdracht van de ziekte binnen gemeenschappen en over de grenzen heen.
Zwakke gezondheidszorgsystemen:De gezondheidszorgsystemen in de getroffen landen waren al kwetsbaar als gevolg van jaren van conflict, armoede en gebrek aan investeringen. Dit maakte het moeilijk om de uitbraak snel te identificeren en te beheersen, wat leidde tot een wijdverbreide overdracht ervan.
Meerdere transmissieroutes:Het Ebola-virus is zeer besmettelijk en kan zich verspreiden door direct contact met lichaamsvloeistoffen van een geïnfecteerde persoon of door contact met besmette oppervlakken of voorwerpen. De nabijheid van mensen in bepaalde omgevingen, zoals ziekenhuizen en gemeenschappen, vergemakkelijkte de snelle overdracht van het virus.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win