* Door de lucht: Mensen geloofden dat de pest via de lucht werd verspreid en dat deze kon worden overgedragen door contact met een besmet persoon of dier, of door het inademen van de lucht in een besmet gebied. Deze overtuiging leidde tot de praktijk om geïnfecteerde personen in quarantaine te plaatsen en contact te vermijden met degenen die aan de ziekte waren blootgesteld.

* Door contact met besmette voorwerpen: Mensen geloofden ook dat de pest verspreid kon worden door contact met besmette voorwerpen, zoals kleding, beddengoed of meubels. Deze overtuiging leidde tot de praktijk om geïnfecteerde voorwerpen te verbranden of te ontsmetten en contact te vermijden met alles dat door een geïnfecteerde persoon was aangeraakt.

* Via dieren: Mensen geloofden dat dieren, vooral knaagdieren, de pest konden dragen en overbrengen. Deze overtuiging leidde tot de praktijk van het doden van ratten en andere knaagdieren in een poging de verspreiding van de ziekte te voorkomen.