Het poliovirus kan het immuunsysteem op verschillende manieren beïnvloeden.

* Directe infectie van immuuncellen. Poliovirus kan immuuncellen, zoals T-cellen en B-cellen, rechtstreeks infecteren en beschadigen. Dit kan leiden tot een afname van het aantal immuuncellen en een afname van het vermogen van het immuunsysteem om op infecties te reageren.

* Verslechtering van de immuunfunctie. Poliovirus kan ook de functie van immuuncellen aantasten, zelfs als ze niet rechtstreeks zijn geïnfecteerd. Het poliovirus kan bijvoorbeeld de productie van antilichamen en cytokines remmen, die belangrijke moleculen zijn voor de immuunrespons.

* Inductie van auto-immuniteit. In sommige gevallen kan een poliovirusinfectie leiden tot de ontwikkeling van auto-immuniteit, een aandoening waarbij het immuunsysteem de eigen weefsels van het lichaam aanvalt. Dit kan gebeuren wanneer het immuunsysteem beschadigd of ontregeld is door een poliovirusinfectie.

De effecten van poliovirus op het immuunsysteem kunnen variëren, afhankelijk van de virusstam en de immuunstatus van het individu. In de meeste gevallen leidt een poliovirusinfectie niet tot langdurige schade aan het immuunsysteem. In sommige gevallen kan een poliovirusinfectie echter tot ernstige complicaties leiden, zoals paralytische poliomyelitis, wat kan resulteren in permanente verlamming.