Door in 1796 het pokkenvaccin te ontwikkelen, bracht Jenner een revolutie teweeg in de ziektepreventie door het principe van immunisatie te demonstreren. Zijn observaties over koepokkenmelkmeisjes brachten hem tot de hypothese dat eerdere blootstelling aan koepokken individuen beschermde tegen pokkeninfectie. Hij voerde gecontroleerde experimenten uit, waarbij hij observeerde dat personen die waren gevaccineerd met koepokkenmateriaal immuun werden voor pokken. Dit principe van het opwekken van immuniteit door mensen bloot te stellen aan een verzwakte of verzwakte vorm van een ziekteverwekker zou de basis leggen voor toekomstige vaccins.
Het succes van de pokkenvaccinatie redde niet alleen talloze levens, maar inspireerde ook verder onderzoek en ontwikkeling van vaccins voor andere infectieziekten. Het programma voor de uitroeiing van pokken, dat in 1967 door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werd gelanceerd, was een belangrijke prestatie omdat het de eerste ziekte was die door wijdverbreide vaccinatie werd uitgeroeid. Deze triomf was een bewijs van de effectiviteit en verreikende impact van Jenners ontdekking op de mondiale volksgezondheid.
Tot op de dag van vandaag geldt vaccinatie tegen pokken als een baanbrekend voorbeeld van de kracht van preventie. Jenners werk schiep een precedent voor het gebruik van vaccins om bevolkingsgroepen te beschermen tegen verwoestende ziekten, waardoor de loop van de moderne geneeskunde werd getransformeerd. Zijn ontdekking blijft een hoeksteen op het gebied van de immunologie en draagt bij aan de voortdurende inspanningen om infectieziekten wereldwijd te bestrijden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win