Ethanol, het type alcohol dat in alcoholische dranken wordt aangetroffen, wordt geproduceerd via een proces dat fermentatie wordt genoemd. Fermentatie omvat de omzetting van suikers in alcohol door micro-organismen, zoals gist. De chemische reactie voor fermentatie kan als volgt worden weergegeven:

C6H12O6 (glucose) → 2 C2H5OH (ethanol) + 2 CO2 (kooldioxide)

Het uitgangsmateriaal voor de fermentatie is een suikerbron, die kan worden gewonnen uit verschillende plantaardige materialen zoals druiven, granen of fruit. Gist, een soort schimmel, wordt aan de suikeroplossing toegevoegd en begint de suikers om te zetten in ethanol. De gist verbruikt de glucose en breekt deze af in ethanol en kooldioxide als afvalproducten.

De chemische samenstelling van ethanol is C2H5OH. Het bestaat uit twee koolstofatomen, vijf waterstofatomen en één zuurstofatoom. De hydroxylgroep (-OH) in het ethanolmolecuul is verantwoordelijk voor de karakteristieke eigenschappen ervan, zoals de oplosbaarheid in water en het vermogen om waterstofbruggen te vormen.