Alcohol is een veelgebruikt ontsmettingsmiddel dat wordt gebruikt om wonden schoon te maken en infecties te voorkomen. Het werkt door het doden van bacteriën en andere micro-organismen die ziekten kunnen veroorzaken. Alcohol is effectief tegen de meeste soorten bacteriën, maar er zijn enkele uitzonderingen, zoals Mycobacterium tuberculosis, die tuberculose veroorzaakt.

Alcohol werkt door eiwitten te denatureren. Eiwitten zijn essentieel voor de structuur en functie van cellen, en wanneer ze gedenatureerd zijn, kunnen ze niet langer goed functioneren. Dit verstoort het celmembraan, waardoor de alcohol de cel kan binnendringen en deze kan doden.

Alcohol heeft ook een uitdrogende werking, waardoor bacteriën uit de wond worden verwijderd. Wanneer alcohol verdampt, neemt het water mee, waardoor de bacteriën uitdrogen en afsterven.

Isopropylalcohol (ontsmettingsalcohol) is het meest gebruikte type alcohol voor desinfectie. Het wordt doorgaans gebruikt in een concentratie van 70% tot 90%. Hogere concentraties alcohol kunnen effectiever zijn in het doden van bacteriën, maar ze kunnen ook irriterender zijn voor de huid.

Alcohol kan worden gebruikt om kleine snij- en schaafwonden schoon te maken. Het is belangrijk om de wond grondig schoon te maken met water en zeep voordat u alcohol aanbrengt. Alcohol mag niet worden gebruikt bij diepe prikwonden of brandwonden.

Alcohol is een ontvlambare vloeistof, dus het is belangrijk om het uit de buurt van open vuur te houden. Het is ook belangrijk om het drinken van alcohol te vermijden, omdat het giftig kan zijn als het wordt ingeslikt.