Het specifieke tegengif dat wordt gebruikt, zal afhangen van het type zenuwgas dat erbij betrokken is.
Voor organofosfaatzenuwgassen, zoals sarin of VX, is het tegengif atropine.
Atropine is een muscarine cholinerge antagonist die de effecten van acetylcholine blokkeert, de neurotransmitter die het doelwit is van zenuwgassen.
Voor carbamaatzenuwgassen, zoals tabun of soman, is pralidoxim het tegengif.
Pralidoxim is een cholinesterasereactivator die de activiteit van acetylcholinesterase, het enzym dat wordt geremd door zenuwgassen, kan herstellen.
Naast antidota kunnen andere ondersteunende maatregelen nodig zijn, zoals:
* Ademhalingsondersteuning: Zenuwgassen kunnen ademhalingsdepressie veroorzaken, dus mechanische ventilatie kan nodig zijn om de ademhaling te ondersteunen.
* Hartondersteuning: Zenuwgassen kunnen ook hartritmestoornissen veroorzaken, dus medicijnen kunnen nodig zijn om de hartslag en het ritme te reguleren.
* Beslagcontrole: Zenuwmiddelen kunnen epileptische aanvallen veroorzaken, dus anticonvulsieve medicijnen kunnen noodzakelijk zijn.
* Ontsmetting: Om verdere blootstelling te voorkomen, is het belangrijk om de getroffen persoon te ontsmetten door alle verontreinigde kleding te verwijderen en de huid en het haar te wassen met water en zeep.
Blootstelling aan zenuwgassen is een ernstig medisch noodgeval en kan levensbedreigend zijn als het niet onmiddellijk wordt behandeld.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win