Bij mannen:
1. Anterieur:het schaambeen en de voorste buikwandspieren.
2. Superieur:de dunne darm en het sigmoïde colon.
3. Inferieur:het urogenitale middenrif en het rectum.
4. Posteriormente:De zaadblaasjes, het rectum en de basis van de prostaatklier.
Bij vrouwtjes:
1. Anterieur:het schaambeen en de voorste buikwandspieren.
2. Superieur:de dunne darm en het sigmoïde colon.
3. Inferieur:de vagina en het urogenitale middenrif.
4. Posterieur:de baarmoeder, baarmoederhals en rectum.
Deze omliggende structuren zijn belangrijk voor het bieden van ondersteuning, bescherming en functionele relaties met de urineblaas.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win