Er zijn twee hoofdtypen diabetes:type 1 en type 2.

Type 1-diabetes is een auto-immuunziekte die optreedt wanneer de alvleesklier, die insuline produceert, beschadigd is. Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat glucose (suiker) de cellen binnendringt voor energie. Zonder voldoende insuline blijft de glucose in het bloed, wat leidt tot hoge bloedsuikerspiegels.

De exacte oorzaak van diabetes type 1 is nog niet volledig bekend, maar er is waarschijnlijk een combinatie van genetische en omgevingsfactoren bij betrokken. Enkele risicofactoren voor diabetes type 1 zijn onder meer:

- Familiegeschiedenis van de ziekte

- Bepaalde genetische markers

- Virale infecties

- Vitamine D-tekort

- Leeftijd (de meeste mensen met diabetes type 1 worden vóór de leeftijd van 20 jaar gediagnosticeerd)

Type 2-diabetes is de meest voorkomende vorm van diabetes en treft meer dan 30 miljoen mensen in de Verenigde Staten. Het is een chronische ziekte die optreedt wanneer het lichaam onvoldoende insuline aanmaakt of insuline niet goed gebruikt.

Enkele van de risicofactoren die verband houden met diabetes type 2 zijn:

- Obesitas

- Familiegeschiedenis van diabetes type 2

- Leeftijd (ouder dan 45 jaar)

- Lichamelijke inactiviteit

- Hoge bloeddruk

- Hoog cholesterol

- Bepaalde medische aandoeningen, zoals zwangerschapsdiabetes of polycysteus ovariumsyndroom

- Bepaalde medicijnen, zoals corticosteroïden of bètablokkers

Hoewel diabetes type 2 onder controle kan worden gehouden met veranderingen in levensstijl, zoals een dieet, lichaamsbeweging en gewichtsverlies, kunnen in sommige gevallen ook medicijnen of insuline nodig zijn.