Insuline is een hormoon dat wordt geproduceerd door de bètacellen van de alvleesklier. Het zorgt ervoor dat cellen in de spieren, lever en vetweefsel glucose uit het bloed kunnen opnemen en gebruiken voor energie. Insuline helpt ook om glucose op te slaan in de lever en spieren.

Wanneer de bloedsuikerspiegel stijgt, bijvoorbeeld na een maaltijd, geeft de alvleesklier insuline af. Insuline bindt zich aan receptoren op cellen in de spieren, lever en vetweefsel, waardoor ze glucose uit het bloed opnemen. De glucose wordt vervolgens gebruikt voor energie of opgeslagen voor later gebruik.

Als de bloedsuikerspiegel te laag wordt, stopt de alvleesklier met het afgeven van insuline. Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel weer.

Insuline is essentieel voor het handhaven van een gezonde bloedsuikerspiegel. Mensen met diabetes hebben moeite met het aanmaken of gebruiken van insuline, wat kan leiden tot hoge bloedsuikerspiegels. Hoge bloedsuikerspiegels kunnen de bloedvaten en zenuwen beschadigen, wat kan leiden tot ernstige complicaties zoals hartziekten, beroertes, nierziekten, blindheid en amputaties.

Insuline wordt gebruikt om diabetes te behandelen door de bloedsuikerspiegel te verlagen. Het wordt meestal via injectie toegediend, maar kan ook oraal of via een insulinepomp worden ingenomen.