Hier zijn enkele redenen waarom er klontjes kunnen ontstaan op de insuline-injectieplaats:
1. Littekenweefselvorming :Herhaalde insuline-injecties op dezelfde plaats gedurende een lange periode kunnen ervoor zorgen dat er littekenweefsel onder de huid ontstaat. Dit kan leiden tot de vorming van knobbels of bultjes.
2. Onvoldoende absorptie :Insuline wordt het beste opgenomen uit gebieden met een goede doorbloeding en een dunne huid. Als de insuline niet goed wordt opgenomen, kan deze zich onder de huid ophopen en een klontje vormen.
3. Lipohypertrofie :Lipohypertrofie verwijst naar de ophoping van overtollig vet onder de huid op injectieplaatsen. Dit kan gebeuren als gevolg van meerdere injecties in hetzelfde gebied, waardoor de vetcellen groter worden en een knobbel vormen.
4. Onjuiste injectietechniek :Het te snel injecteren van insuline, het gebruik van botte naalden of het niet in de huid knijpen vóór de injectie kan leiden tot lekkage van insuline in het onderhuidse weefsel, wat resulteert in de vorming van klontjes.
5. Luchtbellen in injectie :Als er per ongeluk lucht tegelijk met de insuline wordt geïnjecteerd, kan er een klein luchtzakje onder de huid ontstaan, dat als een knobbeltje kan aanvoelen.
6. Allergische reacties :Sommige mensen kunnen allergische reacties krijgen op insuline of de componenten ervan. Deze reacties kunnen zich manifesteren als knobbeltjes, roodheid, zwelling of jeuk op de injectieplaats.
Om klontjes op de insuline-injectieplaatsen te voorkomen, is het belangrijk om de injectieplaatsen af te wisselen, de juiste injectietechniek te gebruiken, de insuline op de juiste manier op te slaan en medisch advies in te winnen als de klontjes aanhouden of ongemak veroorzaken.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win