Er zijn grofweg drie soorten diabetes:

1. Type 1-diabetes: Het is een auto-immuunziekte waarbij het immuunsysteem per ongeluk de insulineproducerende cellen (bètacellen) in de pancreas aanvalt en vernietigt. Dit leidt tot een volledig tekort aan insuline, een hormoon dat ervoor zorgt dat glucose de cellen binnendringt voor energie. Mensen met diabetes type 1 moeten insuline innemen via injecties of een insulinepomp om hun bloedsuikerspiegel onder controle te houden.

2. Type 2-diabetes: Dit is de meest voorkomende vorm van diabetes en treft miljoenen mensen over de hele wereld. Bij type 2-diabetes wordt het lichaam resistent tegen de effecten van insuline en heeft de alvleesklier ook moeite om voldoende insuline aan te maken. Deze combinatie leidt tot hoge bloedsuikerspiegels. Type 2-diabetes kan vaak worden beheerd door middel van veranderingen in de levensstijl, zoals een gezond dieet, regelmatige lichaamsbeweging en gewichtsbeheersing. In sommige gevallen kunnen ook medicijnen of insuline nodig zijn.

3. Zwangerschapsdiabetes: Dit type diabetes ontstaat tijdens de zwangerschap. Het treedt op als gevolg van hormonale veranderingen tijdens de zwangerschap die de insulinegevoeligheid beïnvloeden. Zwangerschapsdiabetes verdwijnt meestal na de bevalling, maar vrouwen met zwangerschapsdiabetes hebben een verhoogd risico om in de toekomst diabetes type 2 te ontwikkelen.

Het is belangrijk op te merken dat er ook andere zeldzame vormen van diabetes bestaan, zoals monogene diabetes en secundaire diabetes veroorzaakt door andere medische aandoeningen of genetische syndromen.