Gezondheid en ziekte gezondheid logo
suikerziekte

Hoe behandelt u een patiënt die te veel insuline heeft toegediend?

De behandeling van een patiënt die te veel insuline heeft gekregen en last heeft van hypoglykemie vereist onmiddellijke actie om lage bloedsuikerspiegels te corrigeren en complicaties te voorkomen. Hier volgen de algemene stappen die betrokken zijn bij de behandeling van een patiënt met een overdosis insuline:

1. Herken hypoglykemie:

Houd de symptomen van de patiënt in de gaten, zoals zweten, trillen, honger, verwarring of veranderingen in het bewustzijn, die op een lage bloedsuikerspiegel kunnen duiden. Controleer hun bloedglucosewaarden met behulp van een glucometer.

2. Orale glucose toedienen:

Als de patiënt bij bewustzijn is en kan slikken, dien dan een snelwerkende glucosebron toe, zoals 15-20 gram eenvoudige koolhydraten:

- Geef ze 4-6 ons vruchtensap of gewone frisdrank (geen dieet).

- Bied 1-2 eetlepels honing, gelei of kristalsuiker aan.

- Assisteren bij het nuttigen van glucosetabletten of -gels.

3. Bloedglucose controleren:

Controleer de bloedglucosewaarden van de patiënt elke 15-20 minuten totdat deze stabiliseren. Herhaal de glucosetoediening als de bloedglucosewaarden onder de 70 mg/dl (3,9 mmol/l) blijven.

4. Intraveneuze glucose:

Als de patiënt bewusteloos is, niet kan slikken of aanhoudende ernstige hypoglykemie heeft, kan intraveneuze (IV) glucose nodig zijn om de bloedsuikerspiegel snel te verhogen:

- Dien 50 ml 50% dextrose-oplossing (D50W) toe.

- Als de glucosewaarden laag blijven, kan een continue IV-infusie van dextrose nodig zijn.

5. Glucagon-injectie (indien beschikbaar):

Als intraveneuze glucose niet toegankelijk is en de patiënt bewusteloos is of niet in staat is orale suiker in te nemen, kan glucagon als noodbehandeling worden gegeven.

- Dien 1 mg glucagon intramusculair of subcutaan toe.

- Glucagon bevordert de afgifte van glucose uit de lever, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt.

6. Monitor en observeer:

- Volg de vitale functies van de patiënt, waaronder hartslag, bloeddruk en ademhalingsfrequentie.

- Monitor hun neurologische status en reactievermogen.

- Zorg voor voortdurende glucosemonitoring en pas de behandeling indien nodig aan.

7. Preventie van herhaling:

Informeer de patiënt en zijn/haar zorgverleners over de juiste insulinedosering, het herkennen van symptomen van hypoglykemie en hoe u toekomstige insulinetoediening kunt beheren.

8. Verdere behandeling:

In sommige gevallen kan de patiënt aanvullende medische interventies nodig hebben, zoals continue glucosemonitoring.

Het is van essentieel belang dat medische professionals een overdosis insuline snel en op de juiste manier behandelen, omdat ernstige hypoglykemie kan leiden tot epileptische aanvallen, coma, hersenbeschadiging en zelfs de dood als deze niet wordt behandeld.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win