1. Inspecties uitvoeren :
- Observeer de voeten op eventuele snijwonden, blauwe plekken, blaren of andere open wonden.
- Controleer op zwelling, roodheid of verhoogde warmte in de voeten.
- Onderzoek de teennagels op ingegroeide of ingegroeide nagels en eventuele veranderingen in kleur, dikte of vorm.
- Kijk tussen de tenen op roodheid, schilfering of tekenen van infectie.
- Inspecteer de huid op uitdroging, scheuren of schimmelinfecties.
2. Maak de voeten schoon :
- Gebruik warm water en een milde zeep om de voeten schoon te maken.
- Droog de voeten goed af, vooral tussen de tenen, om vochtophoping en mogelijke schimmelgroei te voorkomen.
3. Breng een vochtinbrengende crème aan :
- Gebruik een geurvrije vochtinbrengende crème om een droge, gebarsten huid te voorkomen en de huid gehydrateerd te houden.
- Vermijd het aanbrengen van vochtinbrengende crème tussen de tenen om maceratie van de huid te voorkomen.
4. Nagels onderhouden :
- Houd de nagels recht geknipt en iets korter dan de punt van de teen om ingegroeide teennagels te voorkomen.
- Vijl scherpe randen af om snijwonden of letsel te voorkomen.
- Knip de hoeken van de nagels niet af.
5. Draag goede schoenen :
- Stimuleer het gebruik van goed passende, comfortabele schoenen die voldoende ondersteuning en demping bieden.
- Vermijd schoenen die te strak zitten, scherpe randen hebben of ongemak veroorzaken.
6. Voorkom drukpunten :
- Help de patiënt de drukpunten op de voeten te verminderen door regelmatig van positie te veranderen, kussens te gebruiken of te voorkomen dat de benen gedurende lange tijd over elkaar worden gekruist.
7. Controleer de bloedglucosewaarden :
- Werk samen met de patiënt om ervoor te zorgen dat de bloedsuikerspiegel goed onder controle blijft, aangezien hoge bloedsuikerspiegels het risico op voetcomplicaties kunnen vergroten
8. Vermijd extreme temperaturen :
- Help de patiënt zijn voeten op een comfortabele temperatuur te houden, aangezien extreme hitte of kou schadelijk kan zijn.
9. Stimuleer regelmatige lichaamsbeweging :
- Help de patiënt bij het uitvoeren van zachte voetoefeningen om de bloedsomloop te verbeteren en de spieren te versterken.
10. Documentatie en rapportage :
- Documenteer alle voetzorgactiviteiten, inclusief observaties, interventies en de toestand van de patiënt.
- Meld eventuele problemen, zoals wonden of infecties, onmiddellijk aan de toezichthoudende verpleegkundige of arts.
11. Onderwijs :
- Voorlichting en begeleiding bieden over goede voetverzorging, inclusief regelmatige zelfinspecties, goede hygiëne en het belang van het zoeken naar zorg voor voetgerelateerde problemen.
12. Regelmatige controles :
- Moedig de patiënt aan om regelmatig een voetonderzoek in te plannen bij zijn of haar zorgverlener, doorgaans elke 6-12 maanden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win