1. Beenspieren:
- Quadriceps (voorkant van de dijen):Betrokken bij sprinten, springen en tackelen.
- Hamstrings (achterkant van de dijen):assisteren bij versnellen, vertragen en trappen.
- Bilspieren (billen):zorgen voor kracht en stabiliteit tijdens het rennen en tackelen.
- Kuitspieren:dragen bij aan de sprint- en springprestaties.
2. Kernspieren:
- Rectus abdominis (voorkant van de buik):Biedt stabiliteit en ondersteuning tijdens scrums en tackles.
- Transversale abdominis (diepe buikspier):helpt bij kernstabilisatie en beschermt de wervelkolom.
- Obliques (zijkanten van de buik):Helpen bij draaiende en roterende bewegingen.
- Onderrugspieren (erector spinae):helpen de juiste houding te behouden en ondersteunen de wervelkolom.
3. Schouder- en armspieren:
- Deltaspieren (voorkant, zijkant en achterkant van de schouders):Betrokken bij tackelen, gooien en balbehandeling.
- Biceps (voorkant van de bovenarm):assisteren bij het optillen en gooien van de bal.
- Triceps (achterkant van de bovenarm):Draagt bij aan het hanteren en tackelen van de bal.
- Borstspieren (borst):ondersteunen de kracht van het bovenlichaam tijdens scrums en tackles.
4. Onderarmen en handspieren:
- Onderarmspieren:zorgen voor grijpkracht bij het vasthouden en doorgeven van de bal.
- Vingerflexoren en -extensoren:controleer vingerbewegingen tijdens het hanteren van de bal.
5. Nekspieren:
- Nekflexoren en -extensoren:verantwoordelijk voor hoofdbewegingen en het behouden van nekstabiliteit tijdens tackles en scrums.
Deze spiergroepen werken samen om de kracht, kracht en coördinatie te leveren die nodig zijn voor tackelen, rennen, passen, schoppen en andere aspecten van rugby. Rugbyspelers doen vaak aan kracht- en conditietraining om de spierkracht en het uithoudingsvermogen die nodig zijn voor de sport te ontwikkelen en te behouden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win