1. Vaccins:Veel vaccins, zoals die voor hepatitis A, hepatitis B en griep, kunnen in de deltaspier worden toegediend.
2. Antibiotica:Sommige antibiotica, zoals penicilline en ceftriaxon, kunnen intramusculair in de deltaspier worden toegediend.
3. Ontstekingsremmers:Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's), zoals diclofenac en ketorolac, kunnen intramusculair worden toegediend voor pijnbestrijding.
4. Steroïden:Corticosteroïden, zoals prednison en methylprednisolon, kunnen in de deltaspier worden toegediend voor verschillende aandoeningen zoals allergische reacties en ontstekingen.
5. Kalmerende middelen:Bepaalde sedativa, zoals midazolam en lorazepam, kunnen intramusculair worden toegediend voor sedatie of angstverlichting.
6. Antipsychotica:Sommige antipsychotische medicijnen, zoals haloperidol en olanzapine, kunnen in de deltaspier worden toegediend om acute agitatie of psychose te beheersen.
7. Anderen:Sommige andere medicijnen zoals methotrexaat, een immunosuppressivum, en prochlorperazine, een anti-emeticum, kunnen ook in de deltaspier worden gegeven.
De keuze van het medicijn en de toedieningsweg zijn afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de specifieke medische aandoening die wordt behandeld, de leeftijd van de patiënt en de algehele gezondheid, en eventuele interacties tussen geneesmiddelen of allergieën. Het is belangrijk dat beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg de juiste richtlijnen en protocollen volgen voor intramusculaire injecties in de deltaspier om de veiligheid van de patiënt en de effectiviteit van de medicatie te garanderen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win