Tijdens een actiepotentiaal in een spiercel wordt de depolarisatiefase voornamelijk aangedreven door de instroom van natriumionen (Na+) in de cel. Dit gebeurt wanneer spanningsafhankelijke natriumkanalen in het spiercelmembraan opengaan, waardoor Na+-ionen de cel binnen kunnen stromen, wat een snelle toename van het membraanpotentieel veroorzaakt, bekend als het actiepotentiaal. Tegelijkertijd gaan ook de spanningsafhankelijke kaliumkanalen in het spiercelmembraan open, waardoor kaliumionen (K+) de cel kunnen verlaten. De uitstroom van K+-ionen is echter langzamer dan de instroom van Na+-ionen, wat resulteert in een netto positieve lading in de cel en het actiepotentiaal genereert. De repolarisatiefase van het actiepotentiaal vindt plaats wanneer de natriumkanalen sluiten en de kaliumkanalen open blijven, waardoor K+-ionen uit de cel kunnen blijven stromen, waardoor het rustmembraanpotentieel wordt hersteld.