Omgekeerd zijn snel samentrekkende spiervezels, of type II-spiervezels, krachtiger maar sneller vermoeid. Deze spiervezels worden gekenmerkt door hun snelle samentrekkings- en ontspanningstijden, evenals hun lagere oxidatieve capaciteit. Ze worden vooral gebruikt voor activiteiten die kracht en snelheid vereisen, zoals sprinten of gewichtheffen.
Het relatieve aandeel van langzame en snelle spiervezels in de spieren van een persoon wordt grotendeels bepaald door de genetica. Training kan echter de vezelsamenstelling van spieren beïnvloeden, waarbij duurtraining het aandeel langzame spiervezels vergroot en krachttraining het aandeel snelle spiervezels vergroot.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win