2. De verkeerde vorm van het werkwoord gebruiken. Het werkwoord in een samentrekking moet in de juiste tijd en vorm staan. 'Ik heb' is bijvoorbeeld correct, maar 'ik heb' is onjuist.
3. Een samentrekking gebruiken in de verkeerde context. Sommige samentrekkingen zijn informeel en mogen alleen worden gebruikt bij informeel schrijven of spreken. 'Ik zal' is bijvoorbeeld informeel, maar 'ik zal' is formeler.
4. Een samentrekking gebruiken met een bezittelijk voornaamwoord. Bezittelijke voornaamwoorden duiden al op eigendom, dus ze mogen niet met een apostrof worden gebruikt. 'Jouw' is bijvoorbeeld onjuist, maar 'jouw' is correct.
5. Een samentrekking gebruiken met een meervoudig zelfstandig naamwoord. Meervoudige zelfstandige naamwoorden geven al meer dan één aan, dus ze mogen niet met een apostrof worden gebruikt. 'boeken' is bijvoorbeeld onjuist, maar 'boeken' is correct.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win