De ongelijke spanning die wordt uitgeoefend door de extrinsieke oogspieren kan leiden tot een aandoening die scheelzien wordt genoemd, gewoonlijk 'schele ogen' of 'wall-eyed' genoemd. Bij scheelzien zijn de ogen niet goed uitgelijnd en kan één oog naar binnen, naar buiten, naar boven of naar beneden draaien. Deze verkeerde uitlijning kan verschillende visuele problemen veroorzaken en de dieptewaarneming beïnvloeden. Scheelzien kan op elke leeftijd voorkomen, maar wordt vaak gediagnosticeerd in de kindertijd. Verschillende factoren kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van scheelzien, waaronder spieronevenwichtigheden, zenuwverlamming, aandoeningen die de hersenen en oogspieren aantasten, en bepaalde medische aandoeningen. Behandelingsopties voor strabismus kunnen corrigerende lenzen, visietherapie of een operatie omvatten om de ogen opnieuw uit te lijnen en de juiste oogbeweging te herstellen.