1. Energieproductie:
- Spiercellen gebruiken voornamelijk ATP (adenosinetrifosfaat) als directe energiebron voor spiercontracties.
- Tijdens intensieve activiteit neemt de vraag naar ATP snel toe, wat leidt tot een afbraak van opgeslagen glycogeen in de spieren. Dit proces wordt glycogenolyse genoemd.
- Glycogeen wordt afgebroken tot glucose-1-fosfaat, dat verder wordt gemetaboliseerd door glycolyse om pyruvaat te produceren.
- Pyruvaat kan de citroenzuurcyclus (Krebs-cyclus) binnengaan om ATP te genereren via oxidatieve fosforylering, een proces waarvoor zuurstof nodig is.
2. Zuurstofverbruik:
- Intensieve fysieke activiteit vereist meer zuurstof om aan de toegenomen energievraag te voldoen.
- Het lichaam reageert door de ademhaling en hartslag te verhogen om meer zuurstof aan de spieren te leveren.
- Zuurstof wordt gebruikt in de mitochondriën van spiercellen om oxidatieve fosforylatie en ATP-synthese te vergemakkelijken.
3. Spiervezelrekrutering:
- Verschillende soorten spiervezels, zoals Type I (langzame spiertrekkingen) en Type II (snelle spiertrekkingen), worden gerekruteerd op basis van de intensiteit en duur van de activiteit.
- Tijdens oefeningen met lage intensiteit worden voornamelijk type I-spiervezels gebruikt, omdat deze efficiënter zijn in het gebruik van zuurstof en het produceren van ATP.
- Naarmate de intensiteit toeneemt, worden Type II-spiervezels gerekruteerd, die een groter potentieel hebben om kracht te genereren, maar sneller vermoeid raken.
4. Spierschade:
- Intensieve fysieke activiteit kan tot spierbeschadiging leiden, vooral tijdens ongebruikelijke of excentrieke oefeningen (waarbij de spieren langer worden).
- Spierbeschadiging resulteert in microscopisch kleine scheurtjes in de spiervezels, waardoor ontstekingen en pijn ontstaan.
- Het lichaam reageert door spierherstel- en aanpassingsprocessen op gang te brengen, die in de loop van de tijd leiden tot spiergroei en meer kracht.
5. Spierhypertrofie (groei):
- Bij consistente intensieve fysieke activiteit en voldoende herstel ondergaan spiercellen hypertrofie, wat verwijst naar een toename van de spieromvang en kracht.
- Deze aanpassing vindt plaats wanneer het lichaam beschadigde spiervezels repareert en nieuw spierweefsel opbouwt.
- Spierhypertrofie is het gevolg van een verhoogde eiwitsynthese en de vorming van nieuwe myofibrillen, de contractiele componenten van spiercellen.
6. Metabolische aanpassingen:
- Langdurige intensieve lichamelijke activiteit kan leiden tot metabolische aanpassingen in de spiercellen.
- Deze aanpassingen kunnen bestaan uit een verhoogde mitochondriale dichtheid, een verbeterde opname van glucose en een verhoogde oxidatieve capaciteit, waardoor spieren efficiënter energie kunnen gebruiken en de afhankelijkheid van glycogeenvoorraden kunnen verminderen.
7. Hormonale respons:
- Intensieve fysieke activiteit veroorzaakt de afgifte van verschillende hormonen, waaronder groeihormoon (GH) en testosteron, die de spiergroei en het herstel bevorderen.
- Deze hormonen stimuleren de eiwitsynthese, spierregeneratie en de ontwikkeling van nieuw spierweefsel.
8. Spierpijn (DOMS):
- Uitgestelde spierpijn (DOMS) wordt vaak ervaren na intensieve fysieke activiteit, vooral bij het uitvoeren van nieuwe oefeningen of het verhogen van de trainingsintensiteit.
- DOMS wordt toegeschreven aan spierbeschadiging en de ontstekingsreactie die daarop volgt. Het piekt doorgaans 24-72 uur na de activiteit en verdwijnt binnen een paar dagen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win