Als je aan een van de armspieren (kippenvleugel) trekt, gebeurt het volgende:

* De spier trekt samen. Als je aan een spier trekt, wordt deze korter en dikker. Dit komt doordat de spiervezels langs elkaar heen glijden, waardoor er spanning ontstaat.

* Het bot beweegt. Terwijl de spier samentrekt, trekt hij aan het bot waaraan hij vastzit. Hierdoor gaat het bot roteren of op een andere manier bewegen.

* Het gewricht beweegt. Wanneer het bot beweegt, beweegt het gewricht waarmee het verbonden is ook. Hierdoor kun je je armen en benen op verschillende manieren bewegen.

De kippenvleugel is een goed voorbeeld van hoe spieren, botten en gewrichten samenwerken om beweging te creëren. Wanneer je aan de armspier (kippenvleugel) trekt, trekt de spier samen en trekt aan het bot. Hierdoor gaat het bot roteren en beweegt het gewricht. Hierdoor kunt u uw arm op en neer tillen.

Hier zijn enkele andere voorbeelden van hoe spieren, botten en gewrichten samenwerken om beweging te creëren:

* Als je loopt, trekken je beenspieren samen en trekken ze aan je botten. Hierdoor bewegen je benen naar voren en ga je lopen.

* Als je een bal gooit, trekken je armspieren samen en trekken ze aan je botten. Hierdoor beweegt je arm naar voren en laat je de bal los.

* Als je praat, trekken je stembandspieren samen en trekken ze aan je stembanden. Hierdoor gaan je stembanden trillen en geluid produceren.

Spieren, botten en gewrichten zijn allemaal belangrijke onderdelen van het menselijk lichaam. Ze werken samen om ons op veel verschillende manieren te laten bewegen.