Wanneer geglycerineerde spieren korter worden, bewegen de individuele actine- en myosinefilamenten in de spiervezels langs elkaar (een proces dat filament-sliding wordt genoemd), waardoor de hele vezel korter wordt. Dit proces wordt aangedreven door de afgifte van calciumionen, die binden aan het regulerende eiwit troponine, waardoor een verandering in de vorm van het troponinemolecuul ontstaat en de remmende werking van troponine op de actinebindingsplaats van de myosinekop vrijkomt.

Hierdoor kan de myosinekop kruisbruggen vormen met actine, waardoor het actinefilament naar het midden van de sarcomeer wordt getrokken. De energie voor dit proces wordt gehaald uit de hydrolyse van ATP door de myosinekop.