Skeletspieren slaan voedingsstoffen op, voornamelijk in de vorm van glycogeen. Glycogeen is een polysaccharide dat dient als een direct beschikbare bron van glucose voor energie tijdens spiercontracties. Wanneer het lichaam energie nodig heeft, wordt glycogeen afgebroken tot glucose, dat vervolgens door de spiercellen kan worden gebruikt.

Naast glycogeen bevat de skeletspier ook kleine hoeveelheden opgeslagen triglyceriden. Deze triglyceriden kunnen worden afgebroken tot vetzuren, die ook kunnen worden gebruikt als energiebron tijdens langdurige inspanning of perioden van vasten.

Daarom slaan skeletspieren voedingsreserves op in de vorm van glycogeen en, in mindere mate, triglyceriden. Deze reserves dienen als een cruciale energiebron voor spieractiviteit en dragen bij aan de algehele energiebalans van het lichaam.