1. Trapezius :De trapezius is een grote, oppervlakkige spier die een groot deel van de bovenrug bedekt. Het strekt zich uit van de schedelbasis tot het midden van de rug en kan in drie delen worden verdeeld:de bovenste, middelste en onderste trapezius. De bovenste trapezius tilt het schouderblad (schouderblad) op en trekt het terug, terwijl de middelste en onderste trapezius het schouderblad indrukken en terugtrekken.
2. Latissimus Dorsi :Ook bekend als de ‘lats’, is de latissimus dorsi een grote spier die de onderrug en zijkanten bedekt. Het ontstaat langs de wervelkolom en wordt ingebracht in het opperarmbeen (bovenarmbeen). De latten dienen voornamelijk om de arm bij het schoudergewricht te adduceren (naar de middellijn te brengen) en te strekken. Ze zijn ook betrokken bij het stabiliseren en roteren van de schouder.
3. Erector Spinae :Deze spiergroep loopt langs de wervelkolom vanaf de schedelbasis tot aan het bekken. De erector spinae-spieren zijn verantwoordelijk voor het strekken en stabiliseren van de wervelkolom, en helpen ook bij lateraalflexie (zijwaarts buigen). Het bestaat uit verschillende subspieren, waaronder de longissimus-, iliocostalis- en spinalis-spieren.
4. Rhomboïden :De romboïden zijn een paar spieren die zich tussen de schouderbladen bevinden. Ze verbinden de thoracale wervels (ruggengraat) met het schouderblad. De romboïden functioneren voornamelijk door het terugtrekken (terugtrekken) van het schouderblad, wat helpt het schoudergewricht te stabiliseren en de houding te verbeteren.
5. Levator-scapulae :De levator scapulae is een dunne spier die van de nek naar het schouderblad loopt. Het functioneert om het schouderblad omhoog te brengen (op te heffen) en te helpen bij nekflexie (naar voren buigen).
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win