1. Primaire functie: De belangrijkste functie van de rectus abdominis is flexie van de wervelkolom. Wanneer het samentrekt, trekt het de ribbenkast en het bekken dichter bij elkaar, waardoor de romp naar voren buigt. Andere buikspieren, zoals de schuine buikspieren en de dwarse buikspieren, helpen vooral bij het stabiliseren van de wervelkolom en de buikinhoud.
2. Richting van de vezels: De spiervezels van de rectus abdominis lopen verticaal van het schaambeen (bij het bekken) naar de ribbenkast. Deze oriëntatie maakt het mogelijk om flexiebewegingen te produceren langs het sagittale vlak (van voren naar achteren). Andere buikspieren hebben verschillende vezeloriëntaties en dragen bij aan verschillende bewegingen en stabilisatie van de wervelkolom.
3. Segmentale innervatie: De rectus abdominis-spier wordt geïnnerveerd door meerdere segmentale zenuwen, met name de onderste thoracale en bovenste lumbale zenuwen. Dit betekent dat verschillende delen van de spier worden aangestuurd door specifieke spinale zenuwwortels. Andere buikspieren kunnen verschillende innervatiepatronen hebben.
4. Spieraanhechtingen: De rectus abdominis-spier hecht zich aan het schaambeen en het ribbenkraakbeen van de onderste ribben. Wanneer het samentrekt, ontstaat er spanning langs deze bevestigingslijn, waardoor het borstbeen en het bekken dichter bij elkaar komen. Andere buikspieren hechten zich aan verschillende anatomische structuren en dragen bij aan verschillende functies, zoals rompstabiliteit en laterale flexie.
Hoewel andere buikspieren een cruciale rol spelen bij de rompstabiliteit en verschillende bewegingen, valt de rectus abdominis-spier in het algemeen op door zijn primaire werking, namelijk spinale flexie. Het is een belangrijke buigspier van de romp en is belangrijk voor voorwaartse buigbewegingen en activiteiten waarbij de buik samengetrokken wordt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win