1. Structuur:
Hartspier bestaat uit individuele cellen die hartspiercellen worden genoemd. Cardiomyocyten zijn langwerpige, cilindrische cellen met een enkele kern nabij het midden van de cel. Ze zijn gestreept, wat betekent dat ze onder een microscoop een zich herhalend patroon van lichte en donkere banden hebben.
2. Geïntercaleerde schijven:
Hartspiercellen zijn met elkaar verbonden door gespecialiseerde structuren die intercalaire schijven worden genoemd. Geïntercaleerde schijven zijn samengesteld uit desmosomen en gap-junctions. Desmosomen zorgen voor mechanische verbindingen tussen cellen, waardoor hun scheiding tijdens weeën wordt voorkomen. Dankzij gap-junctions kunnen ionen van de ene cel naar de andere gaan, waardoor snelle elektrische communicatie en gesynchroniseerde contracties mogelijk zijn.
3. Myofilamenten:
Net als skeletspieren bevatten hartspiercellen myofilamenten gemaakt van actine en myosine. Actinefilamenten zijn dun en bevatten het eiwit troponine, terwijl myosinefilamenten dik zijn en het eiwit myosine bevatten. Deze myofilamenten zijn gerangschikt in een zich herhalend sarcomeerpatroon, dat verantwoordelijk is voor spiercontractie.
4. Contractiemechanisme:
Het samentrekken van de hartspier vindt plaats via een proces dat vergelijkbaar is met het samentrekken van skeletspieren. Wanneer een actiepotentiaal de hartspiercellen bereikt, veroorzaakt dit de afgifte van calciumionen uit het sarcoplasmatisch reticulum. Calciumionen binden zich aan troponine op de actinefilamenten, wat een conformationele verandering teweegbrengt waardoor myosinekoppen aan actine kunnen binden. Deze binding genereert kracht en resulteert in spiercontractie.
5. Autoritmiciteit:
De hartspier heeft het unieke vermogen om ritmisch samen te trekken zonder externe stimulatie. Deze eigenschap staat bekend als autoritmiciteit en is essentieel voor de continue pompwerking van het hart. Gespecialiseerde pacemakercellen in het hart, vooral in de sinoatriale (SA) knoop, genereren elektrische impulsen die zich door het myocardium verspreiden en samentrekkingen veroorzaken.
6. Innervatie:
De hartspier wordt geïnnerveerd door zowel sympathische als parasympathische zenuwen. Sympathische stimulatie verhoogt over het algemeen de hartslag, de contractiekracht en de zuurstofbehoefte van het myocard, terwijl parasympathische stimulatie doorgaans de hartslag en de zuurstofbehoefte van het myocard verlaagt.
7. Bloedtoevoer:
De hartspier heeft een rijke bloedtoevoer via de kransslagaders. Deze slagaders voorzien de hartspiercellen van zuurstof en voedingsstoffen en verwijderen afvalproducten. Onvoldoende bloedtoevoer naar het hart (ischemie) kan pijn op de borst (angina pectoris) of zelfs een hartaanval veroorzaken.
8. Aanpassing en reparatie:
Hartspier heeft een beperkt regeneratief vermogen vergeleken met skeletspieren. Als reactie op een verhoogde werkdruk of letsel kan het hart hypertrofie ondergaan, wat een toename van de grootte van hartspiercellen is. Ernstige of langdurige schade kan echter leiden tot hartfalen als het hart niet in staat is een adequate functie te behouden.
Samenvattend is de hartspier een gespecialiseerd spierweefsel dat de wanden van het hart vormt. Het is verantwoordelijk voor de ritmische samentrekking en ontspanning van het hart en zorgt voor een continue bloedcirculatie door het lichaam.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win