Over het algemeen neemt de kracht die door een spier wordt gegenereerd toe naarmate de stimulatiefrequentie toeneemt. Deze relatie is te wijten aan het feit dat stimulatie met een hogere frequentie ervoor zorgt dat er meer calcium vrijkomt uit het sarcoplasmatisch reticulum, wat op zijn beurt leidt tot de vorming van meer kruisbruggen tussen actine- en myosinefilamenten. Door het grotere aantal kruisbruggen kan de spier meer kracht genereren.
De exacte vorm van de kracht-frequentierelatie kan variëren afhankelijk van de spier- en stimulatieomstandigheden. De algemene trend is echter dat de kracht met toenemende frequentie toeneemt totdat deze een plateau of maximale krachtproductie bereikt. In sommige spieren kan de kracht-frequentierelatie ook een fenomeen vertonen dat "post-tetanische potentiëring" wordt genoemd, waarbij de kracht die door de spier wordt gegenereerd na hoogfrequente stimulatie groter is dan de kracht die wordt gegenereerd tijdens stimulatie.
Over het geheel genomen is de relatie tussen kracht en frequentie een belangrijk concept dat ons helpt begrijpen hoe spieren kracht genereren en hoe ze reageren op verschillende stimulatiepatronen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win