* Motivatie :Het verlangen om de spreker te begrijpen en ervan te leren.
* Voorkennis :Bestaande kennis over het onderwerp dat wordt besproken.
* Houdingen en overtuigingen: Vooroordelen en vooroordelen die van invloed kunnen zijn op de manier waarop informatie wordt geïnterpreteerd.
* Let op :Het vermogen om zich te concentreren en zich te concentreren op de spreker.
* Cognitieve vaardigheden :Het vermogen om informatie te verwerken en te begrijpen.
* Emotionele toestand :Stress, angst of andere emoties kunnen het luistervermogen beïnvloeden.
* Fysieke toestand :Factoren zoals vermoeidheid, ziekte of gehoorproblemen kunnen het luisteren beïnvloeden.
* Leeftijd :Luistervaardigheden ontwikkelen en veranderen gedurende het hele leven.
* Cultuur :Verschillende culturen hebben verschillende luisternormen en -verwachtingen.
2. Omgevingsfactoren:
* Geluid :Achtergrondgeluid kan het moeilijk maken om de spreker te horen en te verstaan.
* Onderbrekingen :Afleidingen zoals telefoontjes of gesprekken kunnen de concentratie verstoren.
* Verlichting :Slechte verlichting kan het moeilijk maken om de spreker en zijn non-verbale signalen te zien.
* Zitplaatsindeling :De positie van de luisteraar ten opzichte van de spreker kan het luisteren beïnvloeden.
* Temperatuur en comfort :Extreme temperaturen of oncomfortabele zitplaatsen kunnen de luisteraar afleiden.
* Fysieke barrières :Obstakels zoals muren of schermen kunnen het geluid blokkeren en het moeilijk maken om te horen.
* Grootte en akoestiek van de kamer :De grootte en vorm van de kamer kunnen de geluidskwaliteit en het vermogen om de spreker te horen beïnvloeden.
* Technologie :Het gebruik van technologie zoals microfoons en geluidssystemen kan het luisteren verbeteren.
3. Berichtfactoren:
* Complexiteit :De moeilijkheidsgraad en complexiteit van de gepresenteerde informatie.
* Organisatie :De logische structuur en samenhang van de boodschap.
* Leveringssnelheid :De snelheid waarmee de spreker praat.
* Spraakkwaliteit :De helderheid en toon van de stem van de spreker.
* Taal en dialect :Het gebruik van onbekende woorden of accenten kan het moeilijk maken om de spreker te verstaan.
* Non-verbale signalen :Lichaamstaal, gebaren en gezichtsuitdrukkingen die de gesproken boodschap begeleiden.
* Culturele context :De culturele context waarin de boodschap wordt overgebracht, kan de interpretatie ervan beïnvloeden.
4. Sprekerfactoren:
* Communicatievaardigheden :Het vermogen van de spreker om informatie duidelijk te verwoorden en te presenteren.
* Kennis en expertise :Het kennis- en expertiseniveau van de spreker over het onderwerp dat wordt besproken.
* Geloofwaardigheid en betrouwbaarheid :De waargenomen geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de spreker.
* Persoonlijke kenmerken :De persoonlijkheid en interpersoonlijke stijl van de spreker kunnen de ontvankelijkheid van de luisteraar voor de boodschap beïnvloeden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win