1. Begin van ventriculaire contractie (systole):
Tijdens de systole trekken de ventrikels van het hart samen, waardoor de druk daarin toeneemt.
2. Sluiting van atrioventriculaire kleppen:
De verhoogde druk in de ventrikels dwingt de mitralis- en tricuspidaliskleppen te sluiten om de regurgitatie (achterwaartse stroom) van bloed in de boezems te voorkomen.
3. Bloedstroomturbulantie en trillingen:
Het plotseling sluiten van deze kleppen veroorzaakt turbulentie in het bloed dat naar voren stroomt in de aorta (linkerkamer) en de longslagader (rechterkamer). De turbulente bloedstroom en trillingen zorgen ervoor dat het klepweefsel en de omliggende hartstructuren gaan trillen.
4. Resonantie van hartkamers:
De hartkamers, vooral de ventrikels, fungeren als resonerende kamers die de trillingen versterken en doorgeven.
5. Geluidsoverdracht:
De trillingen worden doorgegeven via de hartspier, het bloed en de omliggende weefsels. Het geluid van de linkerventrikel is het best hoorbaar aan de top van het hart, terwijl het geluid van de rechterventrikel het beste hoorbaar is aan de basis van het hart, nabij het borstbeen.
6. Perceptie als een "Lub"-geluid:
Deze trillingen worden door het menselijk oor waargenomen als het lage ‘lubb’-geluid.
Het is belangrijk op te merken dat hoewel het 'smeer'-geluid voornamelijk wordt veroorzaakt door het sluiten van de klep, andere factoren, zoals de spanning en elasticiteit van de kleppen en het bloedvolume in de ventrikels, ook bijdragen aan het algehele geluid.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win