A. Epididymis: Het is een lange, zeer ingewikkelde buis die zich op de achterkant van elke testikels bevindt en is verdeeld in drie secties:de caput, het corpus en de cauda. Het dient als plaats voor rijping en opslag van sperma.
B. Vas deferens (Ductus deferens): Het is een gespierde buis die elke bijbal verbindt met de ejaculatiekanalen. Het transporteert rijp sperma uit de epididymis tijdens de ejaculatie.
C. Zaadblaasjes: Het zijn twee kleine zakachtige structuren in de buurt van de blaas. Ze produceren een vloeistof die rijk is aan fructose, citroenzuur en prostaglandinen en die bijdraagt aan de zaadvloeistof.
D. Prostaatklier: Het is een donutvormige klier die de urethra omringt, net onder de blaas. Het scheidt een melkachtige, alkalische vloeistof af die een groot deel van de zaadvloeistof vormt en helpt de zure omgeving van de vagina te neutraliseren, waardoor de overleving van het sperma wordt verbeterd.
e. Bulbourethrale klieren (Cowper-klieren): Dit zijn twee kleine klieren die zich onder de prostaatklier bevinden. Ze produceren een heldere, stroperige vloeistof die dient als smeermiddel tijdens seksuele opwinding en helpt de urethra schoon te maken vóór de ejaculatie.
F. Urethra: Het dient als een gemeenschappelijke route voor zowel urine als sperma. Tijdens de ejaculatie trekken de spieren rond de urethra samen om het sperma uit het lichaam te stuwen.
G. Penis: Het is het externe orgaan waardoor sperma vrijkomt tijdens de ejaculatie. Het wordt rechtop vanwege de verhoogde bloedstroom tijdens seksuele opwinding, waardoor penetratie tijdens geslachtsgemeenschap mogelijk wordt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win