Leeftijd: De vruchtbaarheid van een vrouw neemt natuurlijk af met de leeftijd, vooral na de leeftijd van 35 jaar.
Hormonale onevenwichtigheden: Aandoeningen die de hormoonproductie beïnvloeden, zoals polycysteus ovariumsyndroom (PCOS), kunnen de ovulatie verstoren en het moeilijk maken om zwanger te worden.
Ovulatiestoornissen: Problemen met de ovulatie, zoals het niet regelmatig ovuleren of helemaal niet ovuleren, kunnen het optreden van bevruchting voorkomen.
Structurele afwijkingen: Lichamelijke afwijkingen in de voortplantingsorganen, zoals baarmoederfibromen, endometriose of verstopte eileiders, kunnen de bevruchting of implantatie van de bevruchte eicel belemmeren.
Medische aandoeningen: Bepaalde medische aandoeningen, zoals diabetes, problemen met de schildklier of auto-immuunziekten, kunnen de vruchtbaarheid beïnvloeden.
Infecties: Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's) en andere infecties kunnen de voortplantingsorganen beschadigen en de vruchtbaarheid beïnvloeden.
Medicijnen: Bepaalde medicijnen, zoals chemotherapie, bestralingstherapie of anticonceptiepillen, kunnen de vruchtbaarheid tijdelijk of permanent beïnvloeden.
Levensstijlfactoren: Roken, overmatig alcoholgebruik, zwaarlijvigheid en stress kunnen de vruchtbaarheid negatief beïnvloeden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win