Bij menselijke vrouwen vindt meiose plaats in de primaire eicellen in de eierstokken . Het proces omvat twee opeenvolgende meiotische delingen:meiose I en meiose II.

Meiose begint in de primaire eicellen tijdens de embryonale ontwikkeling, maar wordt in profase I tot de puberteit gestopt. Zodra een vrouwtje geslachtsrijp is, zorgt hormonale signalering ervoor dat een groep geselecteerde primaire eicellen de meiose I hervat, wat culmineert in de productie van een enkele secundaire eicel en een veel kleiner poollichaampje.

Vervolgens, kort voor de ovulatie, initieert de secundaire eicel meiose II, maar pauzeert opnieuw tot bevruchting door het sperma . Zodra het sperma tijdens de bevruchting de secundaire eicel binnendringt, veroorzaakt het de voltooiing van meiose II, waarbij de haploïde secundaire eicel wordt gesplitst in de rijpe eicel en een ander poollichaampje.

Terwijl de meiose dus vroeg tijdens de ontwikkeling van de foetus begint, vindt de feitelijke voltooiing van zowel de meiotische delingen als de vorming van rijpe eicellen die klaar zijn voor bevruchting plaats in het vrouwelijke voortplantingssysteem van de volwassen eierstokfollikel, rond het tijdstip van de ovulatie.