Normaal gesproken kan de baarmoederhals bij het begin van de bevalling ongeveer 0-1 centimeter uitgezet zijn en 0-30% uitgewist. Naarmate de bevalling vordert, verdwijnt de baarmoederhals geleidelijk (verdunt en gaat open) totdat deze 100% uitsterft, en verwijdt (verwijdt) tot ongeveer 10 centimeter zodat het hoofdje van de baby er doorheen kan.
Hier is een algemene richtlijn voor uitwissen en uitzetten tijdens de bevalling, hoewel individuele ervaringen kunnen variëren:
Vroege bevalling:
- Uitwissing:0-50%
- Uitzetting:1-4 centimeter
Actieve arbeid:
- Uitwissing:50-80%
- Uitzetting:4-7 centimeter
Overgangsfase:
- Uitwissing:80-100%
- Uitzetting:7-10 centimeter
Het is de moeite waard te vermelden dat sommige vrouwen last kunnen hebben van snelle ontsluiting, ook wel steile bevalling genoemd, waarbij de baarmoederhals snel verwijdt van minimale ontsluiting naar volledige ontsluiting in korte tijd. Aan de andere kant kunnen sommige vrouwen langzaam vooruitgang boeken of een langdurige bevalling ervaren, waarbij het uitzettings- en uitwissingsproces langer duurt.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg houden de veranderingen in de baarmoederhals tijdens de bevalling in de gaten om de voortgang te beoordelen en passende beslissingen te nemen voor de veiligheid van moeder en baby.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win