Tijdens de zwangerschap groeit en ontwikkelt de placenta samen met de foetus, waardoor een constante aanvoer van essentiële stoffen en afvoer van afvalproducten wordt gewaarborgd. De placenta produceert ook verschillende hormonen die cruciaal zijn voor het in stand houden van de zwangerschap, zoals progesteron, oestrogeen en humaan choriongonadotrofine (hCG).
Zodra de baby geboren is, is de placenta niet langer nodig en wordt deze uit de baarmoeder verdreven tijdens de derde fase van de bevalling, ook wel de placenta-fase genoemd. Dit proces gaat doorgaans gepaard met milde samentrekkingen van de baarmoeder en kan gepaard gaan met het vrijkomen van extra vloeistoffen en weefsels. De placenta wordt vaak onderzocht door beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg om de toestand ervan te beoordelen en ervoor te zorgen dat deze volledig is verdreven.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win