- Moeite met fijne motoriek, zoals handschrift, knippen met een schaar of knopen van kleding.
- Moeite met grove motoriek, zoals lopen, rennen of een bal vangen.
- Slechte coördinatie en evenwicht.
- Moeite met ruimtelijk inzicht, zoals het inschatten van afstanden of het vinden van de weg in een nieuwe omgeving.
- Moeite met het plannen en organiseren van activiteiten, zoals het klaarmaken voor school of het volgen van een recept.
- Moeite met sociale vaardigheden, zoals het begrijpen van sociale signalen of interactie met leeftijdsgenoten.
- Problemen met aandacht en concentratie.
- Impulsiviteit en friemelen.
- Problemen met sensorische verwerking, zoals over- of ondergevoeligheid voor bepaalde stimuli.
- Spraak- en taalproblemen, zoals stotteren of moeite met het vinden van de juiste woorden.
- Emotionele problemen, zoals angst of een laag zelfbeeld.
Het is belangrijk op te merken dat niet alle mensen met dyspraxie al deze symptomen zullen hebben, en dat de ernst van de symptomen van persoon tot persoon sterk kan variëren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win