2. LAGER het hoofd van de patiënt onder het niveau van zijn hart.
3. VERHOGEN de benen van de patiënt.
4. LOS eventuele strakke kleding om de nek van de patiënt.
5. ZORG ervoor de patiënt heeft toegang tot frisse lucht.
6. MONITOR de vitale functies van de patiënt.
7. BEHEER zuurstof indien nodig.
8. BELLEN om hulp als de patiënt niet verbetert.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win