1. Anti-epileptica (AED's) :Dit zijn medicijnen die speciaal zijn ontwikkeld om aanvallen te behandelen. Voorbeelden van anti-epileptica zijn fenytoïne (Dilantin), carbamazepine (Tegretol), valproaat (Depakote), lamotrigine (Lamictal), levetiracetam (Keppra), oxcarbazepine (Trileptal), topiramaat (Topamax) en zonisamide (Zonegran). Elke AED heeft zijn eigen unieke werkingsmechanisme en bijwerkingenprofiel.
2. Benzodiazepinen :Dit zijn medicijnen die kalmerende, anticonvulsieve en spierverslappende eigenschappen hebben. Voorbeelden van benzodiazepinen die bij epileptische aanvallen worden gebruikt, zijn diazepam (Valium) en clonazepam (Klonopin). Ze kunnen alleen of in combinatie met andere AED's worden gebruikt.
3. Barbituraten :Deze medicijnen worden voornamelijk gebruikt om bepaalde soorten aanvallen onder controle te houden die niet goed reageren op andere medicijnen. Fenobarbital is het meest gebruikte barbituraat voor de behandeling van aanvallen.
4. Steroïden :Deze medicijnen kunnen worden gebruikt in specifieke situaties, zoals infantiele spasmen of bepaalde auto-immuungerelateerde convulsies. Voorbeelden hiervan zijn prednisolon en adrenocorticotroop hormoon (ACTH).
5. Nieuwere anticonvulsiva :Dit zijn medicijnen die recenter zijn ontwikkeld en vaak een beter bijwerkingenprofiel hebben vergeleken met oudere medicijnen. Enkele voorbeelden zijn gabapentine (Neurontin), pregabaline (Lyrica) en felbamaat (Felbatol).
Het is belangrijk op te merken dat de keuze van medicatie voor aanvallen een complexe beslissing is die moet worden genomen door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg die gespecialiseerd is in neurologie of epilepsie. Ze zullen rekening houden met factoren zoals het type aanvallen, de onderliggende oorzaak, de algehele gezondheid van het individu en mogelijke bijwerkingen. Regelmatige monitoring en dosisaanpassingen kunnen nodig zijn om de beste aanvalscontrole te bereiken.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win